My way to Byron Bay - Roadtrip 2.0 - Reisverslag uit Byron Bay, Australië van Mayra Goevaerts - WaarBenJij.nu My way to Byron Bay - Roadtrip 2.0 - Reisverslag uit Byron Bay, Australië van Mayra Goevaerts - WaarBenJij.nu

My way to Byron Bay - Roadtrip 2.0

Door: Mayra Goevaerts

Blijf op de hoogte en volg Mayra

09 Januari 2015 | Australië, Byron Bay

Rainbow Beach? Haha, dat was maar een grapje. Een paar uur nadat ik mijn laatste reisverslag schreef, besloot ik toch nog een weekje in mijn huisje op Lamrock Avenue uit te rusten. En dat was nodig, aangezien ik niet eens kon schakelen in mijn auto met een kapotte schouder van mijn lompe avonturen in Nieuw Zeeland. Gelukkig is er op Lamrock altijd wel wat te beleven. Zo reden we dit keer naar Maroubra om daar te gaan surfen. Stom idee van mij, na één golf tegen me aan te hebben gehad liep ik gefrustreerd over een pijnlijke schouder en rib het water uit. Dan maar verbranden op het strand. Diezelfde week was een van mijn Franse huisgenoten jarig. Zijn moeder was zo lief geweest allerlei Franse lekkernijen op te sturen zodat hij een groot diner kon maken voor het hele huis. Iedereen in het huis hielp mee met en zo was Lamrock Avenue bijna een gestroomlijnd restaurant aangezien het zo soepel ging. De woonkamer vulde zich met mensen en natuurlijk kwamen de gitaren weer tevoorschijn. Beau!

9 December besloot ik na een weekje luieren toch maar eens te gaan beginnen met rijden. Lekker oldschool had ik een hoop muziek albums op CDtjes gebrand (net optijd, want de piratebay ligt er nu uit #winning) aangezien de radio niet altijd werkt in National Parken. 186000 was de kilometerstand van m'n autotje toen ik weg reed. De surfplanken pasten naast me in de auto en al m'n spullen zaten in de achterbak (zo had ik mijn eigen inloopkast/huis, luxe). Ik besloot die dag naar Newcastle te rijden, iets boven Sydney om daar de golven te gaan bekijken. Geen golven... Dan maar doorrijden naar boven. Coffs Harbour was mijn volgende locatie, waar ik snel maar even een hosteltje had geboekt. 's Avonds om 10 uur kwam ik aan en daar vond ik mijn sleutel en lakens bij de receptie. Ik deelde de kamer met twee 50+ vrouwen, niet echt party dus. Dan maar redelijk optijd gaan slapen, want ik had er toch al 540 kilometer opzitten die dag.

De volgende dag bekeek ik de golven in Coffs Harbour. Weer niks. Dan maar door naar Yamba. Na zo'n 200 km rijden (was maar 144, maar navigatiefoutje, haha) kwam ik uit in Yamba, een leuk surfers stadje. Daar was het bekende Pippi Beach, waar vaak dolfijnen kwamen. Geen dolfijnen dit keer, maar wel golven (eindelijk!). Na daar wat rond te hebben gepeddeld en de golven een beetje te ruig werden door een storm besloot ik dat het tijd was om een slaapplaats te gaan vinden. Echter, mijn autotje begon zich een beetje vreemd te gedragen. Hij had een lichte tik naar links, die meer opviel als ik zachter reed. Na het surfen had ik maar voor de zekerheid aan een local die toevallig ook net het water uit kwam gevraagd of er een monteur in de buurt zat. Ik reed die richting op maar kwam uit bij een mooi lookout point. Op die mooie plek zat ik te twijfelen of ik nog maar naar de monteur zou rijden of daar zou blijven zitten. Uiteindelijk toch besloten de monteur een bezoekje te brengen en daar was ik net op tijd. Hij bekeek mijn auto en was verbaasd dat ik uberhaupt bij hem terecht was gekomen. Mijn rechter voorband stond namelijk op het punt te ontploffen. Ik vroeg me altijd al af wanneer dat mijn zou overkomen, aangezien ik echt al miljarden bandenflarden langs de weg had zien liggen. De vriendelijke man verwisselde mijn band en gaf de rest zelfs nog wat extra air... en dat alles gratis! Hij zei dat het geen moeite was, maar voor mij was hij echt een held (alle rampscenarios waren namelijk al door mijn hoofd gegaan voor als ik niet had besloten naar deze held te gaan). Tijd om weer onderkomen te vinden. In Yamba was alles volgeboekt dus ik besloot door te rijden naar Lennox Head. 110 kilometers in de stromende regen verder kwam ik daar aan. Het hostel was (weer) redelijk verlaten. Genoeg tijd dus om even een filmpje te kijken en weer te gaan slapen.

De volgende dag bekeek ik Lennox Head. Op de main beach waren weinig surfers te vinden. Uiteindelijk reed ik richting een lookout point en onderweg spotte ik DE surfspot van Lennox Head. Enorme golven waar je zeker wel 100 meter op kon surfen. Te hoog voor mij. Na hun kunsten te hebben bewonderd besloot ik dat ik mijn schouder en rib toch maar wat rust moest gunnen en boekte ik een hostel in Nimbin, een dorpje meer binnenlands waar geen strand was. Eenmaal daar aangekomen zag ik dat je bij dat hostel goed kon kamperen. Je keek uit over de bergen die op dat moment een beetje mistig waren en de kangoeroes huppelden er rustig rond. De ideale plek om een beetje bij te komen. Ik vroeg aan de receptie of ik daar kon kamperen en zo switchte ik van een bedje naar een tentje. Ik reed Billy de campground op, die nog een beetje nat was van de vorige avond regen, en, ja hoor, ik kreeg het voor elkaar hem vast te rijden. Na wat proberen, gaf ik het op en vroeg ik de jongens die toen toevallig voorbij kwamen lopen of ze me een handje wilde helpen. Mijn autotje stond supersnel weer op een betere plek (Thanks!). Ze vroegen of ik mee naar het centrumpje van Nimbin ging. Natuurlijk, ik had toch niks beters te doen en de tent opzetten kon wel wachten. Hoe kan ik Nimbin nu het best omschrijven? Eigenlijk is het gewoon een hoop vervallen winkeltjes bij elkaar waar ze Cannabis (en) gerelateerde souvenirs verkopen, op straat staan vrouwtjes onschuldig "cookies" te verkopen, in de cafetjes genieten mensen dromerig van hun coffee en sigaretje, als je een steegje inloopt vragen ze meteen hoeveel je wil, en zo nu en dan worden de met groen gevulde plastic zakken over de schutting gegooid en zie je mensen rennen zodra ze blauwe petten zien. Welkom in Nimbin. Na een meatball sub besloten we richting een waterval te rijden. Tijd om weer wat grote blauwe plekken toe te voegen aan m'n collectie en een salto die eindigde in een bellyflop te maken van een waterval (de kinderen vonden het gelukkig wel leuk, haha). 's avonds bekeken we "the Drums", wat simpelweg gewoon wat locals waren die muziek speelden en dansten. De gezelligheid ging door in het hostel tot in de late uurtjes. Ik besloot nog een extra nachtje te blijven om nog wat meer uit te rusten.

Na die twee nachten besloot ik dat het tijd was om verder te rijden. Samen met Joel, een van de jongens die had geholpen mijn autootje de berg terug op te duwen, maakte ik een kleine roadtrip richting Noosa. De surfboards werden op het dak gebonden dit keer en we vertrokken uit het chille Nimbin. Noosa was echt het tegenovergestelde van Nimbin. Noosa is een meer welvarende stad met prachtige stranden. Je vind er een enorme hoeveelheid beach resorts en vakantiehuisjes. De golven die je er vind zijn klein maar gaan heel lang door. Ideaal voor longboarders dus, waar Noosa ook bekend om staat. We kwamen daar wat later in de avond aan en besloten een camping te zoeken en de volgende dag de golven maar eens te proberen. Ge-nie-ten. Echt hele leuke golven. Mijn twee surfboards kwamen nu wel van pas. Noosa was echt een paradijsje.

Onze volgende stop was Brisbane, de hoofdstad van Queensland. We stopten op onze weg vanuit Noosa naar Brisbane bij een publieke BBQ, die je overal langs de stranden in Australië kunt vinden. I-de-aal voor zelfgemaakte burgers! We kampeerden op een campground in een van de National Parken van Queensland die we tegenkwamen op onze weg naar Brisbane. Ook deze zijn overal te vinden. De volgende ochtend reden we door naar Brisbane. We bezochten een van de bekendste touristen attracties: Street Beach, een aangelegd strand midden in het centrum van de stad. Natuurlijk namen we een duik midden tussen de wolkenkrabbers. We besloten dat er verder niet zoveel te beleven was voor ons in Brisbane en reden door naar de Gold Coast, waar ook Surfers Paradise te vinden is. Natuurlijk werden daar de surfboards weer van het dak gehaald voor een surfsessie. Je vindt er een soort van fusie tussen uitgerekte stranden en wolkenkrabbers van de steden (voor velen de ideale vakantie bestemming voor veel Aussies). ’s Avonds liepen we door de nightclub area, waar we omgeven werden door restaurantjes, winkeltjes, LED-lichtgevende palmbomen en natuurlijk de nightclubs zelf.

De volgende ochtend reden we door naar Coolangatta, waar we met een van de vrienden van Joël gingen surfen bij Duranbah Beach. De golven waren rommelig, maar het blijft toch altijd lekker om weer het water in te gaan. De rest van de middag bestond vooral uit tosties maken op een van de BBQ’s en chillen tegen de bomen aan die naast het strand stonden, wat we blijkbaar wel nodig hadden na een ochtendje surfen. ’s Avonds was het weer tijd om een slaapplaats te vinden. We reden richting een National Park in de buurt van Nimbin om daar te kamperen. Ondertussen was het al donker, de wegen waren onverhard en we konden niet zien hoe diep de afgronden waren langs de weg. Een uur reden we richting de campground door dit National Park heen, een heel avontuur en een hele mooie route. We kwamen aan op een verlaten campground waar we alleen één persoon vonden die in een houthakkershutje boven aan de campground sliep. We merkten dat hij eigenlijk niet echt gestoord wilde worden dus besloten we het tentje op te zetten. We gebruikten de koplampen van Billy om de tent op te kunnen zetten. Achteraf niet zo’n slim idee, aangezien ze na enige tijd steeds meer begonnen te dimmen… Na nog een dinertje, een flesje wijn (of twee) en de sterrenhemel te hebben bewondert, was het weer bedtijd.

Het moment van de waarheid. Zou de auto nog starten? Met nog een klein beetje hoop stopte ik de sleutel in het contact, maar helaas… Gelukkig stonden we dicht bij een berg geparkeerd en konden we de auto proberen te starten zonder accu. Nadat alle spullen in de auto zaten, duwden we hem richting het begin van de berg. Joël ging in de auto zitten en ik duwde hem verder de berg af. Langzaam begonnen z’n lichten weer tot leven te komen, gevolgd door een brommende motor. Wat was ik toen toch extra blij dat Joel er was, de held, want ik had geen idee hoe ik die auto zou moeten starten. We reden door naar Nimbin om Joel’s scootertje op te halen en reden toen door naar Byron Bay, mijn laatste stop van deze trip.
In Byron Bay kwamen we onze Engelse vrienden Scott en Kyle, die we in Nimbin hadden ontmoet, weer tegen. Ik had nog een week te spenderen in Byron Bay voordat ik weer naar Sydney zou gaan. De eerste dag begon al goed met een dagje surfen bij Tallow Beach. De volgende dagen hebben we onder andere ook de Main Beach en The Pass van Byron Bay uitgeprobeerd. Ook Scott en Kyle genoten dit keer van mijn twee surfboards. We spendeerden een middagje in het hostel van de Engelsen met een volleybal competitie en een duik in het zwembad. Daarnaast hebben we twee dagen gespendeerd bij de Hanging Rock Falls. Dit was een groot basin omgeven door rotsen en een rope-swing. De jongens waagden het om van de rope swing af te gaan (echt heel hoog! Geloof me), terwijl ik de hoogste sprong vanaf de rotsen wel hoog genoeg vond (sowieso na mijn mooie buiklanding van de eerste waterval) , die was namelijk al hoog genoeg dat ik tijdens het vallen nog “HOLY-“$#!@ DIT IS HOOG!” kon roepen. Kyle maakte dit keer een echte “back breaker”, hij landde op zijn rug op het water (wel respect voor zijn doorzettingsvermogen). Ondertussen waren Kyle en Scott verhuisd naar het Nomads hostel, waar we voor een avondje maar eens een goed dinertje kookte na alle pizza’s etc. De avonden werden vooral gevuld met goon of bier drinken en op stap gaan. Woodies was een van de favoriete barren en de avonden werden vaak met z’n allen op het strand afgesloten onder het genot van een drankje en de muziek van onze kekke nieuw gekochte EU BOOM speakers. Byron Bay had ook een Lighthouse. Deze stond bovenop een berg waarvan je een erg goed uitzicht had over Byron Bay. Op een van de avonden besloten we daar de zonsondergang te kijken. We spotten op datzelfde moment zelfs wat dolfijnen. B-e-a-utiful. Uiteindelijk bleken we ingesloten te zijn en konden we niet meer terug rijden dus was het tijd voor een avondwandeling terug naar het centrum. Een van de nachten spendeerden we in Lalaland, waar ze gratis Corona’s uitdeelden vanwege de heropening van de club. Hemel voor mij aangezien dat een van mijn favoriete biertjes is. Zo spendeerde ik ongeveer mijn week in Byron. Byron Bay was op zijn eigen manier weer een paradijsje vol gezelligheid en toffe mensen, waar ik het echt enorm naar m’n zin heb gehad en ik die tijd niet snel zal vergeten.

Op kerstdag besloot ik dan toch maar om terug te rijden naar Sydney aangezien ik mijn surfboards en auto nog moest verkopen voordat ik terug zou gaan naar Nederland. Met veel tegenzin reed ik weg uit Byron Bay om zo op kerstdag 800 km naar Sydney te rijden. Na twee keer wat benzine in mijn auto te gooien en ook twee keer mezelf wat koffie te gunnen kwam ik ’s avonds in Sydney aan om daar mijn huisgenoten al feestend aan te treffen op Lamrock Avenue, waar ik mijn laatste twee weken in Sydney zou spenderen. 189098 was de eindstand van teller toen ik in Sydney aankwam. +3100 kilometers aan mooie roadtrip herinneringen om mee te nemen naar Nederland!

I'm goin' Goon,

Bye!

  • 09 Januari 2015 - 22:04

    Marieke:

    Wauww wat mooi geschreven!
    Wat heb je genoten en wat heb je gezorgd dat je alles hebt meegemaakt

    Nu weer in Nederland met alle mooie herinneringen!

  • 09 Januari 2015 - 22:38

    Berrie:

    hoi meis, vertellen kan je als de beste. Ik denk dat het in het echies nog mooier en avontuurlijker is geweest. De geuren, kleuren en geluiden kun. Je niet schrijven in woorden. Ben blij dat je er van genoten hebt.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Mayra

Actief sinds 14 Juli 2014
Verslag gelezen: 194
Totaal aantal bezoekers 5497

Voorgaande reizen:

15 Juli 2014 - 05 Januari 2015

Australië Exchange

Landen bezocht: